Bye Dodoma, Hello Kilimanjaro - Reisverslag uit Dodoma, Tanzania van Lonneke - WaarBenJij.nu Bye Dodoma, Hello Kilimanjaro - Reisverslag uit Dodoma, Tanzania van Lonneke - WaarBenJij.nu

Bye Dodoma, Hello Kilimanjaro

Door: Lonneke

Blijf op de hoogte en volg Lonneke

05 April 2014 | Tanzania, Dodoma

KILIMANJARO

23 maart 2014:
Ik heb de neiging te beginnen met vertellen hoe fysiek en mentaal uitgeput – maar súper trots – ik me voel, maar laat ik maar beginnen bij het begin...

De laatste weken in Dodoma gingen snel. Maganga – het vermiste jongetje – werd gelukkig gevonden en de laatste week met de kinderen naderde. Ondertussen waren op Camp Holland vijf nieuwe meiden komen wonen. Samen met hen en alle andere vrienden heb ik nog wat feestjes gehad (waaronder mijn eigen afscheidsfeestje) en toen de laatste week startte heb ik ook afscheid moeten nemen van mijn dove kindjes.
Ik had van Sylvia een Hollands pakket gekregen uit Nederland, waar ook ballonnen in zaten. Die ballonnen heb ik mijn laatste schooldag met de kinderen opgeblazen. Heerlijk om te zien wat een grote lol ze daarmee kunnen hebben. Na veel knuffels, kusjes en tekeningen heb ik de school verlaten en had ik nog twee dagen om de laatste dingetjes voor te bereiden voor de Kili.
Susanne, die net vier weken daarvoor op de compound bij ons was komen wonen, had zich bij de organisatie opgegeven om deze grootste berg van Afrika te gaan beklimmen met mij.

Vrijdag 14 maart. De reis naar de Kili begon vroeg in de ochtend. We kwamen bij de wel bestemde bus aan om zes uur ’s ochtends, maar er werd gelijk al verteld dat de bus niet zou vertrekken vanwege mechanische problemen. Halsoverkop zijn we een andere bus in geduwd. Deze bus zou niet naar Moshi gaan (de plaats waar de Kili aan grenst), maar naar Arusha. Dus na een rit van 10 uur moesten we ook nog eens 2 uur met een andere bus naar Moshi. Deze ‘andere’ bus, bleek gewoon een iets grotere versie van een Daladala te zijn. Ik dacht dat ik daar eindelijk vanaf zou zijn, maar nee.. opgepropt in de grote Daladala opweg naar Moshi probeerde we al een glimp van het grote monster op te vangen, maar hij schuilde zich achter de wolken.
Eenmaal in het hotel in Moshi kregen we een briefing, een gratis koud drankje en ontmoetten we onze mede klimmers. En ik die zal ik voor de grap eens even voorstellen:

Xenia & Vitus:
Een getrouwd, Duits stel van midden veertig. Ze zijn ervaren klimmers en ze hadden daarom ook tijdens de klim veel goede tips en adviezen. Vitus had van álles bij zich en was daarom voor ons een soort van wandelende apotheker. Heel fijn. We hebben dit stel tijdens de reis steeds beter leren kennen en kunnen zeggen dat het erg vriendelijke Duiters zijn, waarmee we grote lol hebben gehad.

Jeremy en Nicholas:
Twee ongegeneerde Chinees Canadezen (ja het bestaat), die al bij dag 1 begonnen te boeren, scheten, slurpen en smakken.
Nicholas had twee jaar geleden al eerder de Kili beklommen, maar toen heeft hij uitgeput en kotsend van de hoogte ziekte alleen Stelle Point bereikt en kon hij niet verder naar Uhuru Peak (de top!).
Nu nam hij zijn broer Jeremy – Jerry, Jeffrey, Jesper, or whats his name volgens Suus – mee. Zo hoopte hij op meer motiviatie, zei hij. Prima joh.
Maar alle respect voor deze twee jongens, ondanks dat ze gewoon echt ranzig waren, hebben ze met de hoogte ziekte die ze beide kregen, de top gehaald. Ze zijn weliswaar naar de top gesleept en gedragen door de gidsen, maar ze hebben het gehaald.

Matt:
Matt is een Australische twintiger, waarmee Suus en ik wel een goede klik hadden. Hij heeft leuke humor en liep samen met ons meestal vooraan de berg op. We sleepten elkaar er doorheen.
De tocht ‘De Machame Route’

De eerste dag begon het vrijwel gelijk, in het zo mooi geheten regenwoud, te regenen. Ondanks dat zagen we prachtige natuur en klommen we op een redelijk rustig tempo de berg op. Met onze rugzak volgeladen (én met drie liter water wat aan je rugzak hangt, waarvan toch wel een soort van verwacht wordt om dat per dag op te drinken) begonnen we het avontuur! Het pad was goed begaanbaar en achteraf vind ik ook dat ik me die eerste dag erg heb aangesteld qua pijntjes. Als ik toen wist wat ik er komen zou...
We startten die dag op 1500 meter en eindigden na zo’n zes uur lopen op 3000 meter hoogte. Het eerste kamp was een feit. De tenten werden opgezet, het eten werd klaar gemaakt en daarna zijn we vroeg gaan slapen. Het nadeel daarvan was dat Suus en ik ’s nachts erg veel wakker waren. Ik had het bloedheet in die slaapzak, gemaakt voor -15, maar Suus werd ziek en kreeg koorts die nacht en had het dus ijskoud.
De volgende dag (dag 2) was dus voor Suus ook echt niet fijn. We moesten een flinke klim maken, over rotsen en door de wolken heen. Tijdens een kleine pauze is Chinees Jeremy nog aangevallen (lees: besprongen) door een muis. Het beestje had het gemunt op de energybar die hij in zijn handen had (zie filmpje). Na wat medicatie ging het gelukkig beter met Suus en na veel geklim en geklauter kwamen we na zo’n vierenhalf uur aan op het tweede kamp. We liepen van Machame Camp 3000 meter naar Shira Camp op bijna 3800 meter. De bakken warm water – die na drie seconden al niet meer warm waren – stonden klaar, zodat we ons weer konden wassen. Echt een feest. Ondertussen had ik die dag enorm last van m’n linkerlies gekregen en kon ik aan het eind van de dag echt geen stap meer verzetten. En dan gaan je gedachten spelen: ‘Ojee, zo haal ik de top niet. Hoe kom ik omhoog? Ik ga echt niet terug!’ Die zelfde gedachten had Suus die dag, aangezien ze nog steeds ziek was en gelijk op het kamp haar slaapzak in ging.

Maaaaar, tada: entering day 3! (en wat medicatie van Vitus).
Suus voelde zich na een goede slaappil op en top fit, terwijl ik me nog zorgde maakte over mijn lies. We zouden deze dag naar 4630m hoogte gaan en daarna terug naar het Barranco Camp op 3940m, om te wennen aan de hoogte. Zo zou je minder last krijgen van hoogteziekte. De twee Chinezen begonnen die dag al met hoofdpijn en misselijkheid, wat symptomen zijn van de desbetreffende ziekte.
Na twee uur prachtig Lord of the Rings landschap, ben ik door de pijn heen gelopen en voelde ook ik me wat beter. Dag drie was waanzinnig mooi. Het begon die ochtend al met strakblauwe lucht en uitzicht op de top. We liepen in totaal 5 uur omhoog en 3 uur naar beneden (ellende!). Een heuse euforie toen we op het kamp aankwamen. Overigens, het woord ‘kamp’ betekent tijdens deze trip gewoon een lege plek waar je tenten kan opzetten. Je leert zo ook schaamteloos overal in de bush naar ‘het toilet’ te gaan, je te wassen in tijltjes en je kleren en batterijen warm te houden door alles in je slaapzak te stoppen. Dag 3 was zwaar, pittig en koud, maar we waren blij dat we het weer overleeft hadden.
Dag 4: van Barranco Camp 3940m naar Barafu Camp 4680m.
Deze dag begon ook met prachtige zonsopkomst boven de top uit en dat motiveerde iedereen weer om verder te gaan. Iedereen was al bekaf en de Chinezen waren zelfs al meer dan dat. Zij kregen met de minuut meer verschijnselen van de hoogte ziekte.
De hoofdgids, genaamd – jawel – Sospeter, wees het bergpad aan waar we zouden starten. Niemand zag een pad. Het enige wat we zagen was een stijle rotswand die ons wel even deed slikken. Twee uur lang op een stijle wand naar boven geklommen met een rugzak van bijna tien kilo op je rug. Ergens vond het ik het super spannend en kreeg ik een mega adrenaline kick, maar ergens vond ik het ook doodeng, omdat ik met die lies na een koude nacht echt geen stap kon verzetten.
Afin, na twee uur zwoegen hielden de rotsen op en kwamen we bij een uitgestrekt gebied wat ons na een uur naar de volgende stijle rotswand bracht. Toen die na anderhalf uur voltooid was, waren we er toch wel goed klaar mee.
Gelukkig kregen we een warme lunch die middag, zodat we ons konden klaarmaken voor de laatste vier uur lopen van die dag. Het is dat het ’s middags na veel bewolking en mist ook weer wat opklaarde, maar eenmaal na de lunch omhoog lopend, heb ik me toch wel honderd keer afgevraagd waarom mensen dit voor de lol doen. Je kunt op sommigen stukken erg moeilijk ademhalen door de hoogte, of door vermoeidheid. Daardoor praat je niet met mensen, ben je gefocust op je passen en je ademhaling en zie je een poosje de omgeving niet, omdat je vooral voor je kijkt. Daardoor ga je nadenken. Echt alles is voorbij gekomen. Je doet er alles aan om maar niet aan de pijntjes te denken. Op momenten dat we wel goed konden ademhalen, hebben Suus, Matt en ik zelfs bijna een heel album van de Backstreetboys gezongen. Tot ergernis van de Chinezen, die zagen er de lol niet van in.

Aangekomen op het kamp van dag 4, kreeg ik echt een powerbust van vertrouwen dat we gewoon de top zouden gaan halen. Hoe dan ook! We hadden nu al zoveel dagen doorstaan, nu kon het niet meer stuk gaan. Ik had nog steeds geen verschijnselen van hoogte ziekte en ik kon het mezelf gewoon niet permitteren om na zoveel dagen zwoegen en zweten de top niet te halen. Ik móest dit gewoon halen.
Na het avondeten in de grote tent kregen we een briefing voor de summit nacht. De nacht dat je naar de top gaat. Super spannend. Suus en ik waren super nerveus.
Om half acht kropen we ons tent in, geen oog dicht gedaan natuurlijk. Vervolgens om kwart over elf werd er op te tent gebonkt en om twaalf uur stond iedereen klaar.
 Thermoshirt
 Fleecetrui
 Warme jas
 Regenjas
 Thermobroek
 Warme broek
 Balaclava (zo’n mooie bivakmuts)
 Extra muts
 Handschoenen
 Hoofdlampje

We waren er klaar voor!
In een rijtje – met uiteraard Suus, Matt en ik voorop – startten we de meer dan zeven uur lange tocht in het donker omhoog. Het kamp bevond zich op 4680m, Stellapoint op 5735m en de uiteindelijke Uhuru Peak op 5895m. De trip begon met hagel en stevige wind. De weg naar boven was echt een drama. Wat een ellende. Je wordt mentaal en fysiek echt flink op de proef gesteld. Ik heb me echt bewonderd over het feit dat een lichaam dit aankan.
Halverwege raakte Nicholas al achter en hij en een gids bleven achter om het rustiger aan te doen. Rustiger? Je loopt al in een slakkentempo, je kunt vanwege de weersomstandigheden en je ademhaling niet veel harder dan stapje voor stapje omhoog. Nogmaals: wat een ellende was dat. Iedere keer als je omhoog kijkt was de top nog even ver weg als drie uur geleden. Het was ijs, maar dan ook ijs koud en vanwege slaapgebrek die nacht ben je ook nog eens doodmoe. Echt geen pretje. De laatste twee uur omhoog zijn er dan ook flink wat scheldwoorden uit mijn mond ontsnapt. Mede omdat tijdens de laatste twee uur Sospeter om het kwartier zei dat we er bijna waren, maar we er naar mijn mening nóg lang niet waren.
Een half uur voordat we Stellapoint bereikten kwam de zon op. De mooiste oranje lucht die ik ooit heb gezien en onze magisch, krachtige zon kwam beetje voor beetje omhoog. En op dat moment vergeet je alles van de afgelopen zes uur... Niet te beschrijven. Wat een wereld. De berg is dan ineens niet meer zwart, maar krijgt een mooie witte sneeuw glans. De blauwe lucht wordt zichtbaar en je denkt dat je in een droomwereld leeft.
Tot je beseft dat je er nog steeds niet bent. Maar het licht, de blauwe lucht en de mooie sneeuw helpen je wel om met dat laatste beetje kracht naar Stelle point te klimmen.
En rond zeven uur in de ochtend was het dan zo ver... Zonsopkomst op Stellapoint. Het laatste stuk was zo stijl, dat als je aankomt op Stellapoint er een wereld voor je open gaat. Het is de mooiste natuur dat ik ooit heb gezien. Ik kan wel m’n best doen om het te omschrijven, maar het is naar mijn menig definitief onbeschrijfbaar mooi. De lucht, de sneeuw, de wolken, de gletsjer.. alles. Suus en ik zijn van opluchting, blijdschap en vermoeidheid elkaar huilend in de armen gevallen. De tanen bleven maar stromen.
Na wat foto’s en warme thee – die de porters meedroegen – was er niet al te lang de tijd om bij Stellapoint te blijven. Het is -20 en niet goed voor je gezondheid om daar lang te blijven. Het volgende doel was nog 150m omhoog. Dus niet 150m verder lopen, nee nog 150m omhoog naar Uhuru point. Ongeveer een uurtje lopen, maar in mijn beleving waren we er in 10 minuten. De omgeving is zó godvergeten prachtig, ik kreeg tijdens de klim omhoog gewoon weer tranen in m’n ogen. Wát een ervaring.
Eenmaal bij Uhuru peak kreeg ik mijn emoties weer in bedwang, maakten we foto’s en filmpjes, deden we gek, proostten we met wodka en knepen we elkaar nog even in de armen. Is dit echt? Ja dit is echt! WE DID IT! We vergaten de pijn, de ellende, de complicaties, alles... we leefden even voor een paar minuten in een droom.

En toen moesten we terug... En daar ga ik heel kort over zijn.
Teruglopen/klimmen is niet leuk. En dat is zacht uitgedrukt.
Geen slaap, mentaal en fysiek gesloopt... en dan terug naar beneden met een stel benen die net bijna acht uur omhoog hebben geklommen. Het was verschrikkelijk. Op de terugweg kwamen we eerst Jeremy tegen die naar de top gesleept werd door twee gidsen en een uur later in precies de zelfde conditie werd Nicholas naar de top gesleept.

Terug naar Barafukamp waar de tent nog stond was tot daar aan toe, toen leefden we nog in een soort van extase en waren we blij, trots en uitgeput te gelijk. Na meer dan 13 uur lopen waren we ineens klaar wakker en vol euforie... maar de dag daarna (dag 6) was hel. Rotsblokken, grindpaden, modder, totale ellende. Doordat Suus en ik vaak uitgleden, kwamen de meest idiote frustraties omhoog, jankten we weer, schreeuwden we dat we naar het hotel wilden en lachten we daarna door onze tranen heen omdat we ons zo debiel gedroegen.
De hele klim geen last van blaren, maar de weg naar beneden kwamen er met de minuut meer. Serieus, we kónden niet meer. Echt álles deed zeer: armen, handen, benen, voeten... Matt, Vitus en Xenia liepen een half uur voor ons ondertussen. De Chinezen slenterden nog ergens een uur achter ons en zo hebben we vijf frustrerende uren naar benenden gelopen.
Ver-schrik-ke-lijk.
Terug in het hotel was het dus eerst snel onder de douche, toen ons certificaat in ontvangst genomen en toen eindelijk het eerste slokje van een welverdiend Kilimanjaro biertje...

Dit typ ik nu terwijl ik lekker met m’n beentjes op een strandbedje op het strand lig. Zanzibar heette me een warm en mooi welkom.
Samen met taxichauffeur Hammet reed ik naar Kendwa Rocks, waar ik 6 nachten verblijf in een mooie suite.
De politie die ons aanhield vandaag – die zogenaamd de auto checkt – geeft Hammet een hand en ik zie dat in Hammet zijn hand wat geld zit. Mijn Swahili is inmiddels goed genoeg om te verstaan dat de agent vraagt wie ik ben en wat ik hier kom doen. Hammet zegt dat ik in Dodoma werk, dat hij zelfs een beetje Swahili met me kan praten en dat ik werk met dove kinderen. Wonderbaarlijk genoeg frommelt de agent het geld weer in zijn hand en geeft het terug aan Hammet. Afrika blijft me keer op keer verbazen...

Ik kon in Zanzibar dit verslag niet uploaden, dus ik typ dit nu een week later verder in Dar.
In het vliegtuig zag ik het gebouw wat ik in januari heb zien afbranden. Het lag daar nog lekker zwart in puin tussen de straten en huizen van mensen. Ja, ik was terug in Dar. Er was nog niets veranderd.
Dilemma in Dar vandaag was dat het mega hard regende. Normaal gesproken is het verkeer in Dar chaotisch. Vandaag was het – heeft het een benaming? – driedubbel chaotisch!
Maar na veertig keer gedacht te hebben dat de auto nu toch wel vast zou raken in het water, of dat ik een vrachtwagen bijna tegen een motorrijder zag botsen, ben ik na een uurtje toch aangekomen bij Ashanti en Merijn, waar ik vandaag een nachtje slaap. Morgen (zaterdag 29 maart) start de reis terug naar NL. Zondag 30 maart kom ik op Schiphol aan. Het zit er op... Heel gek om terug te gaan. Maar genoeg herinneringen om naar terug te kijken!
Ik zal dit verslag hier nu stoppen voordat ik nu los brand over dit fantastische afgelopen half jaar... ;)

Ik zeg: tot snel!



De laatste aflevering van deze reis:
Bye Kids & Hello Kilimanjaro!

https://www.youtube.com/watch?v=6X8PJRjIEXM

  • 05 April 2014 - 18:53

    Amy:

    Ontzettend trots! En blij dat je er weer bent. Knapperd!

  • 06 April 2014 - 14:31

    Rob:

    Lieve Lon,

    Levens echte beschrijving, de rillingen liepen op een bepaald ogenblik over mijn rug, knap dat je de top gehaald hebt

  • 07 April 2014 - 05:25

    Oom Roy:

    Indrukwekkend verslag dat ik met tranen in de ogen las.

    GEFELICITEERD MET DEZE PRESTATIE!!

    Jammer dat HET is afgelopen. Het zal een heel bijzondere levenservaring voor je zijn geweest. Ik heb van jullie reisverhalen en videos genoten!

    ASANTE SANA !!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Lonneke

Actief sinds 20 Sept. 2013
Verslag gelezen: 933
Totaal aantal bezoekers 12878

Voorgaande reizen:

13 Oktober 2013 - 30 Juli 2015

Tanzania

Landen bezocht: