Vijf weken lang een méga glimlach... - Reisverslag uit Dodoma, Tanzania van Lonneke - WaarBenJij.nu Vijf weken lang een méga glimlach... - Reisverslag uit Dodoma, Tanzania van Lonneke - WaarBenJij.nu

Vijf weken lang een méga glimlach...

Door: Lonneke

Blijf op de hoogte en volg Lonneke

20 November 2014 | Tanzania, Dodoma

Ik had het geluk om vijf weken lang mijn avontuur te mogen en te kunnen delen met Lianne!
Het begon allemaal met de October Holidays!
Twee weken vakantie + wat extra dagen omdat ik even 't land uit moest. (M'n werkvergunning ligt nog steeds ongestempeld in Dar, gaat hier allemaal weer lekker traag).

In het kort: Lianne vloog op Zanzibar, waar we een super leuke reunited week hebben gehad. Daarna zijn we naar het prachtige Udzungwa gegaan, om de berg te beklimmen, werden we wakker naast de watervallen en klommen we terug naar beneden om in het poeltje te zwemmen.
Een paar dagen later richting Mikumi bleken we in een gewoon taxi busje de Safari te gaan beleven. Gelukkig waren Harry en Sheila daar, twee heerlijke Hagenezen die met een super de luxe safari Jeep Mikumi door crosden. En daar mochten wij van mee genieten!
Daarna via Morogoro, Chalinze en Tanga naar Kenya en toen terug naar Dodoma.
Ik heb niet veel geschreven, maar heb 't toch nog even gekopieerd en geplakt. Vergeet vooral niet de video vol belevenissen en avonturen te bekijken!

(16-10-2014) Kenya
Lianne en ik leggen onze tassen neer. We zijn net via Morogoro in Chalinze aangekomen waar we moeten wachten op een bus naar Tanga, om daar vervolgens een bus naar Mombasa te nemen.
“Één, twee, drie, vier en ja vijf!” zegt Lie. Ze telt of al onze bagage er nog is. Op dat zelfde moment stormen twee Tanzanianen op ons af. Het zijn de mannen die hier een beetje de busmaatschappij coördineren. Voor zo ver dat te coördineren valt.
Ze grijpen onze tassen en wuiven ons.
“Njoo! Njoo!” roepen ze.
“We moeten komen!” zeg ik tegen Lianne.
We rennen achter ze aan met al onze tassen. Achter me hoor ik Lianne alles weer tellen.
“Camera?” vraagt ze?
“Heb ik!” roep ik terug.
Ze proppen onze tassen in de overvolle bus.
Holy shit is het eerste wat ik denk. Zo veel mensen. In één bus. Ze staan en zitten overal en wij moeten daar ook nog eens bij. Mensen gebaren ons door te lopen. Achter ons worden onze grote tassen boven in een rek gepropt en wij worden naar achter geduwd.
Na een poosje gestaan te hebben wordt er vanaf de achterste bank geroepen dat ik daar kan gaan zitten.
Met het idee dat er straks mensen uitstappen en we beide dus kunnen gaan zitten schuif ik naar achter. Een Masai vrouw voor mij staat op, duwt haar flesje drinken in mijn handen en zegt dat ik er langs kan. Wat ik niet kan.
Maar goed, met mijn super slanke lichaam – wat ik lieg, want de kilo’s vliegen er aan – wurm ik me tussen de mensen door. Een man pakt mijn tas van me over en die wordt als een crowdsurf-persoon doorgegeven naar achter.
Daar zit ik ondertussen half op schoot bij een dikke vent, die me vervolgens op zij schuift. Ik zit.
M’n tas wordt op m’n schoot gegooid. Mochten we nu een ongeluk krijgen, dan zit ik in ieder geval klem tussen m’n tas, een dikke man en m’n buurvrouw die geleidelijk half tegen m’n schouder in slaap valt.
Overigens neemt deze buurvrouw – die echt naar vrouwen parfum rook en zich als een vrouw gedroeg, naar mijn mening – haar telefoon op met zo’n ongelooflijk zware stem dat ik even drie keer sneaky moest checken of ze wel echt een vrouw was. Na één check en geen borsten te zien wist ik eigenlijk gelijk al dat er blijkbaar de hele weg een jonge man tegen m’n schouder lag te slapen in plaats van een vrouw.
Anyway, na vijf uur reizen komen we aan in Tanga. Daar namen we een verfrissende Merinda Apple en stappen we in een Daladala op weg naar de grens...

Na drie volle – en heerlijke – dagen Kenia, valt het me op de terug weg op dat ik tijdens al die busreizen nog nooit iets gebroken heb.
Ik irriteer me mateloos aan ’t gedrag van de Afrikanen in de bussen en daladala’s.
Mensen die ongegeneerd minuten lang op je tenen staan, die met hun tas tegen je kop aan lopen, die zonder pardon je aan de kant duwen als ze er niet langs kunnen of je haar vast grijpen als ze opstaan van de stoel achter je... Frustrerend vind ik het.
Ik drink m’n flesje water leeg. Het is warm en zweterig in de bus. As usual. De busreizen duren hier uren. Mensen maken zoals gewoonlijk grappen over de wazungu in deze bus en ik probeer er maar gewoon leuk over mee te grappen. Of ik negeer het en geef ze af en toe een dodelijke blik.
Ik leg m’n lege flesje naast m’n stoel neer aangezien er geen vuilniszakjes zijn. Voor ik het weet pakt de man aan de andere kant van het gangpad het onder mijn stoel vandaan, geeft het aan mijn buurvrouw bij het raam en zij gooit het op haar beurt uit het raam.
Ik kijk verbaasd naar die vent. “Ik wilde die graag bewaren,” lieg ik.
M’n buurvrouw grinnikt en de man praat wat in slang Swahili wat ik niet helemaal begrijp.
In m’n beste Swahili probeer ik grappig te vertellen dat dit in Nederland nogal ongewoon is. Je kunt zelfs een boete krijgen voor deze actie. Dat vinden ze blijkbaar niet zo grappig, of ze hebben gewoon geen humor.
Zoals Jared een paar weken geleden al zei, ze kunnen hier honderden daklozen en/of werklozen aan het werk zetten door simpel weg vuilnis op te rapen, want ondanks al de schoonheid van het land, verschuilt er ook veel – rete veel! – troep!

(25-10-2014) Zaterdag.
’s Ochtends klim ik met Lianne en Jared de Simba Hill. Een uurtje klimmen over een aantal rotsen en vervolgens heb je prachtig uitzicht over Dodoma. Ik vind het een heerlijk uitstapje, maar je moet wel zorgen dat je in ieder geval met één man bent, of met een grote groep. Er zijn genoeg verhalen over bandieten of rovers die achter rotsen vandaan springen met messen. Ze bedreigen je en willen je geld en waardevolle spullen.
Gelukkig hebben wij gespierde Jared. God, wat is die vent lekker.
Het uitzicht op de top is prachtig, het weer is heerlijk en het gezelschap is super. We picknicken op de top, kletsen, maken foto’s en beginnen na een zo’n anderhalf uur weer aan de tocht naar beneden.

Lianne en ik gaan ’s middags naar de Dovenschool. Twee Engelse studenten die met Peter Swaffield uit Engeland mee zijn gekomen vergezellen ons en we hebben een super leuke tijd met de kids. Wat zijn ze toch fantastisch.
Als we thuis komen, nemen we een douche, relaxen we wat en maken we ons klaar voor Hugo’s verjaardag.
Hugo zit bij mij in de klas en ik ben bevriend met zijn moeder. Dat gaat hier allemaal een stukje makkelijker en flexibeler dan in Nederland.
We hebben een super leuke tijd. Lianne en ik maken een vuurtje met de uitgenodigde kinderen. We frummelen worst op een stokje, houden het boven het vuur en eten het vervolgens op. Masai mannen leren ons handige trucjes. De kinderen hebben een fantastische tijd en Lianne en ik genieten op onze beurt weer van de vrolijkheid van deze kids. Heerlijk.
Later zitten we met alle overgebleven volwassenen binnen aan tafel met heerlijk Italiaans eten.
Er wordt Engels, Italiaans, Frans, Duits, Kiswahili en Nederlands gepraat. Op het moment gaat het allemaal vanzelf, maar als we eenmaal naar huis gaan beseffen we ons pas dat het wel heel gemakkelijk ging allemaal. Zo vreemd, zo bijzonder en zo waardevol en oh zo leuk.
Een super zaterdag aan het begin van term 2.

(14-11-2014)
Vandaag weer tot de conclusie gekomen dat ik van mijn klas houd.
Wat een kanjers. Ze zijn zo leuk, zo enthousiast en zó niet verwend. Ze vinden alles leuk en origineel en ze hebben super hard gewerkt voor hun rapport. Ik ben trots.

Ik ben echt net twee minuten thuis als ik dit begin te schrijven. Ik heb naar mijn mening net een goede daad verricht en volgens het oude vrouwtje denkt God daar ook zo over.
Ze vroeg om geld – wat veel mensen hier uiteraard doen. Op de een of andere manier moest ik gewoon stoppen. Haar ogen hadden iets specifieks en voor ik het wist gaf ik haar vijf honderd shilling (25 cent) om op een motor te stappen naar het ziekenhuis. Ik kon met moeite opmaken uit haar tribe Swahili dat God mij zegent en dat ik haar heb gered. Nadat ze minuten lang mijn hand bleef kussen – EBOLA alarm gaat al weer rinkelen, maar wees gerust ik heb m’n hand gewassen en er is nog geen Ebola gesignaleerd hier! – heb ik haar vriendelijk verzocht om nu maar snel op een pikipiki te stappen.

Ik heb wat weken overgeslagen, maar heb ook echt rete veel werk te doen.
Lie is na vijf weken weer thuis :( , wat wel even wennen is. Zo lang met elkaar opgetrokken en zo veel leuke en fantastische dingen meegemaakt (VIDEO!!) en het was super om dit alles met haar te kunnen delen.



Daar is-ie dan, 5 weken avontuur met Lie!
LOBO'S ADVENTURES - EPISODE 3

https://www.youtube.com/watch?v=74VHWTp4KcY


  • 01 December 2014 - 18:25

    Ome Les:

    01-12-2014
    Dag lieve Lon,
    Net je verslag gelezen en video gezien.
    Je tekst, de beelden én de muziek, ik blijf het razend knap vinden.
    Ik geniet ervan en weet zeker dat je er veel mensen een plezier mee doet.
    Fijn te lezen dat je gelukkig bent met je klas.
    Zo alles bij elkaar heb je het goed gedaan meissie !!!
    Keep up the good work !!
    Big Hug, Ome Les.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Lonneke

Actief sinds 20 Sept. 2013
Verslag gelezen: 246
Totaal aantal bezoekers 12863

Voorgaande reizen:

13 Oktober 2013 - 30 Juli 2015

Tanzania

Landen bezocht: